Klimaat en landschap

België heeft een gematigd zeeklimaat, wat gekenmerkt word door wisselvallig weer. De invloed van de zee is het meeste merkbaar aan de kust, daar is het verschil tussen zomer en winter het kleinst. In de gebieden meer landinwaarts zijn de temperatuur verschillen wat groter. In het bergachtige gebied meer naar het oosten is de invloed van de Noordzee het kleinst en door de hogere ligging zijn de gemiddelde temperaturen wat lager. In het hele land valt regelmatig neerslag. De winters zijn niet erg streng, met wel soms vorst periodes. De zomers zijn meestal koel.

Langs de kust in het westen van België ligt het strand met de duinen en daarachter de polders, laagvlakte en de Kempen. Het land is hier tot een hoogte van 100m en wordt laagland genoemd. Er zijn hier veel dennenbossen, weilanden en maïsvelden. Achter dit laagland liggen de Samber en Maasvalleien, met een hoogte tussen de 100 en 200 m. Hier is de grond erg vruchtbaar, er zijn veel akkers en weilanden op deze leemplateaus. Ten zuiden van Midden België, ligt Hoog België met hoogtes tussen de 200 en 500 m. Hier vind je veel bossen, met berken of sparren. Bij het Signaal van Botrange ligt met 694 m. het hoogste punt van België. In hoog België liggen de Ardennen en er zijn veel mooie grotten. In België lopen ook enkele rivieren, de grootste is de Schelde, verder zijn er o.a. de Dender, Demer en de Ourthe.