Dieren fotograferen is heel bijzonder.

Wanneer je een camera hebt gekocht, wil je ook graag mooie fotos maken. Wat ga je vastleggen, wat vind je mooi en hoe kun je dat het beste doen. Foto’s kunnen iets in mensen los maken, emotie, verlangen of juist afkeer. Er kunnen herinneringen vastgelegd zijn of juist een heel nieuwe ervaring. Je kunt foto’s maken van gebouwen, mensen, natuur, techniek, maar ook heel bijzonder van dieren.

Leren door foto’s te maken en bekijken.

In het algemeen kun je stellen dat je door ervaring leert, dus maak veel foto’s en bekijk ze op je computer. Hiervan kun je veel leren, bijv. over schaduwen en overbelichting.
Bekijk ook bewust veel foto’s van anderen, ook hiervan kun je leren. Wat heeft die ene foto voor speciaals, waardoor je hen zo goed vind. Vaak kun je op de fotosites ook zien met welke instellingen en apparatuur de foto's zijn gemaakt. Door veel te lezen en te bekijken leer je spelender wijs veel meer over de theorie van fotografie.

Leren door reacties van anderen

Het is erg leerzaam wanneer je van anderen feedback krijgt. Dit kunnen mensen uit je eigen omgeving zijn, zoals familie en vrienden.
Ook zijn er verschillende sites, waar je je foto’s kunt uploaden en andere kunnen dan via het forum, daar een mening over geven. Dit zijn vaak mensen die ook actief met fotografie bezig zijn en dus heel gericht advies en commentaar kunnen geven.

Dieren fotograferen.

Het zal duidelijk zijn dat het fotograferen van dieren heel anders is dan het fotograferen van mensen. Dieren poseren doorgaans niet op commando en ook stilzitten is er vaak niet bij. Verder heb je vaak te maken met een verschil in hoogte van je dier ten opzichte van je camera. Daardoor is er een speciale aanpak vereist.

Om de uitleg wat te verduidelijken, maken we een onderscheid in stilzittende en bewegende dieren.

Dieren die stil zitten

Dieren die stilzitten of liggen zijn heel goed te fotograferen in de portretstand. Dit zijn bijv. reptielen, zoals hagedissen en kameleons, zij zitten vaak heel lang onbeweeglijk in een houding. Een mooi onderwerp dus om te oefenen, je vind ze in onze Nederlandse natuur niet zo gemakkelijk, maar er zijn hele mooie exemplaren in dierentuinen om mee te oefenen .

Met de portretstand zorg je ervoor dat de voorgrond, het dier dus, eruit springt en de achtergrond een beetje onscherp word. Je maakt de foto het beste als je de camera op ooghoogte van het dier brengt, zorg dat hij bijna het hele beeld vult. Om de goede hoogte te bereiken, moet je soms wel wat capriolen uithalen, bijv. op de grond gaan liggen of hurken.
Kijk ook even naar de achtergrond, het mooiste resultaat krijg je met een rustige achtergrond, soms scheelt het enorm of je bijv. vanuit links of recht de foto maakt.

Bewegende dieren.

Een heel andere aanpak heb je nodig bij bewegende dieren. Op de meeste digitale camera’s zit een is 'sportstand'. De sluitertijd is in deze stand korter dan normaal, waardoor de beweging niet voor een wazig beeld zorgt. Let er ook hier weer op dat je de foto op ooghoogte van het dier probeert te maken.

Tip: Wanneer je met snel bewegende dieren de camera meebeweegt in de richting waarin het dier rent, komt het dier scherp in beeld, maar de achtergrond ziet er geveegd uit. Heel apart, maar het vergt wel enige oefening.

Dieren komen op de foto het beste tot hun recht, wanneer er een close-up of juist een actiefoto wordt gemaakt, maak een duidelijke keuze.

Er zijn natuurlijk nog de verschillende lenzen: groothoek- of telelens, welke je het beste gebruikt hangt af van het soort dier en de afstand tot het dier.
Met een groothoeklens, dichtbij het dier, hou je meer dieptewerking. Dit kun je prima doen bij je hond, maar bij een leeuw ga je natuurlijk niet 10 cm voor zijn neus een foto nemen.
Een telelens is heel makkelijk als je dieren achter tralies bv. in een dierentuin of opvangcentrum wilt fotograferen. Doordat je in kunt zoomen heb je geen last van de tralies.

Dieren in de natuur

Ga je echt de natuur in om dieren te fotograferen, probeer dan de natuur zo veel mogelijk met rust laten, kom niet te dichtbij, om de dieren niet te laten schrikken. Als het dier zich niet bedreigd voelt, heb je ook rustiger de tijd om je camera in te stellen om de perfecte foto te maken.

Gebruik nooit een flits, want daar schrikken de wilde dieren van. Als je last hebt van onderbelichting, kun je het beste de ISO-waarde wat verhogen. Je zult door ervaring moeten leren om de afweging te maken tussen het verlengen van je sluitertijd en het belichten van je foto. De sluitertijd zo kort mogelijk om bewegingsonscherpte te voorkomen, maar weer iets langer je belichting te regelen.

Lees eens iets over het gedrag van de dieren die je wilt fotograferen. Je kunt dan beter inschatten waar je de dieren kunt vinden en wanneer zijn ze bijv. overdag actief of juist meer in de avond of nacht. Vaak is de beste tijd om wilde dieren te fotograferen net na zonsopkomst en vlak voor zonsondergang. Het licht op deze tijden erg mooi en de meeste dieren zijn dan ook in beweging en laten zich zien.

Dieren fotograferen daarbij is geduld een schone zaak.