Ligging/klimaat/landschap
Ligging
Italië is een republiek in het zuiden van Europa, herkenbaar op de landkaart als de laars in de middellandse zee. In het noord westen deelt Italië de grens met Frankrijk, aan de noordkant liggen Zwitserland en Oostenrijk en het noordoosten wordt begrenst door Slovenië. Verder wordt het land omringt door zeeën, de Adriatische Zee langs de oostkust, de Ionische Zee in het zuiden, de Tyrreense Zee in het zuidwesten en de Middellandse Zee langs de oostkust en rond de eilanden. Bij Italië horen ook een aantal eilanden, waarvan de grootste en bekendste Sicilië, Sardinië en Elba zijn.
Italië heeft een oppervlakte van 301.318 km² en de hoofdstad is Rome. Het land is verdeeld in 20 regio’s met elk een eigen hoofdstad.
Regio | Hoofdstad |
Abruzzen | L'Aquila |
Apulië (Plugia) | Bari |
Basilicata | Potenza |
Calabrië | Catanzaro |
Campanië | Napels |
Emilia-Romagna | Bologna |
Lazio | Rome |
Ligurië | Genua |
Lombardije | Milaan |
Marche | Ancona |
Molise | Campobasso |
Piemonte | Turijn |
Toscane | Florence |
Umbrië | Perugia |
Veneto | Venetië |
Regio's met een autonome status | |
Sardinië | Cagliari |
Sicilië | Palermo |
Trentino-Zuid-Tirol | Trente |
Valle d'Aosta | Aosta |
Friuli-Venezia | Giulia Triëst |
.
Klimaat
Italië heeft voor het grootste deel een mediterraan klimaat, de zomers zijn warm en de winters mild. In de winter valt de meeste regen, de zomers zijn over het algemeen vrij droog.
In het noorden van het land is het wat kouder dan in het zuiden. De Alpen en de Apennijnen hebben een poolklimaat of hooggebergteklimaat, daar valt vaak sneeuw. Sicilië is het warmste stukje Italië, hier valt ook de minste neerslag.
De Grieken geven de verschillende winden, die er waaien vaak een naam, een bekende wind is de tramontana, dit betekent 'over de bergen'. Deze koude en vrij sterke noordenwind waait vooral in de winter. Het is een droge wind, Doordat veel wolken hun neerslagal in het noorden laten vallen, is het een droge wind.
De wind uit de kant van Griekenland, 'Greco'-wind genaamd, brengt veel meer wolken en dus ook meer neerslag mee.
Landschap
Langs de Adriatische kust en de delen van de Tyrreense kust lopen smalle stroken laagland, verder is het land voornamelijk bergachtig en een klein gedeelte heuvelachtig. In het noorden op de grens met Frankrijk, Zwitserland en Oostenrijk vind je de Alpen en binnen de landsgrenzen van Italië de Dolomieten.
De Dolomieten zijn heel bijzonder door hun gletsjers, steile rotswanden en pieken, die zijn ontstaan door erosie en verwering. De oostelijke kant van de Dolomieten is prachtig bij zonsopgang. De Marmolada is de hoogste top van de Dolomieten, hij is 3343 meter hoog.
Sinds 2009 staan de Dolomieten op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Gran Paradiso is met 4061 m, de hoogste berg die helemaal binnen Italië ligt, ligt in Valle d'Aosta.
Vanuit de Alpen in het noorden bij Genua lopen de Apennijnen , helemaal in een flauwe bocht tot in het zuiden bij Napels. Het hoogste punt van de Apennijnen ligt in de regio Abruzzen bij de Gran Sasso. De hoogste top is de Corno Grande met 2912 meter. Hier ligt ook de zuidelijkste gletsjer van Europa.
De belangrijkste meren van Italie zijn het Lago Maggiore, het Lago di Como (Comomeer), het Lago d'Iseo en het Lago di Garda (Gardameer), deze liggen allemaal in het noorden van het land. In het midden liggen ook nog meren, het Meer van Bolsena is daarvan het grootste. Belangrijke rivieren zijn de Tiber, de Arno en de Po, de meeste Alpenrivieren monden uit in de Po.
Italië heeft nog een aantal actieve vulkanen: de Etna op Sicilië, Stromboli, Vulcano en natuurlijk de Vesuvius. De Vesuvius had in 1979 een grote uitbarsting, deze vulkaan zie je vanaf de baai van Napels.