De Phegeavlinder word ook wel Melkdrupje of Melkdröpke genoemd, het is een mooie, kleine nachtvlinder. Met zijn blauwzwarte vleugels met heldere witte stippen en zijn gele strepen op het lijfje is het een opvallende verschijning.

Phegeavlinder (Amata phegea)         Groep: dagactieve nachtvlinder          Familie: Erebidae (Spinneruilen)

Op onze wandelingen genieten we van de buitenlucht en we vinden het leuk om goed om ons heen te kijken wat voor moois te natuur ons te bieden heeft. Regelmatig ontdekken we dan voor ons amateurs weer onbekende planten of dieren, die ik dan met de camera probeer te vangen. Eenmaal thuis wil ik graag meer weten over onze ontdekking. Zo ook met dit bijzondere vlindertje, al wandelend  viel het beestje ons op door zijn mooie verschijning maar ook om dat hij schijnbaar ineens in grote getale aanwezig was. Werkelijk overal om ons heen zagen we hem fladderen, terwijl ik me niet kon herinneren ooit een dergelijke vlinder gezien te hebben. Het Melkdröpke is een trage vlieger, die ook regelmatig even op een plant neerstrijkt, dus dat maat het fotograferen wat gemakkelijker.

Eerst wat feitjes:

Phegeavlinder  (Amata phegea)

Met voorvleugeltjes van ongeveer 17 tot 21mm heeft hij een spanwijdte van ± 34 en 42 millimeter. De vleugels hebben een donkere blauwzwarte kleur met opvallende witte stippen. Op het lijfje bijzondere gele strepen en aan het einde van de antennes een slanke witte top.

Hij hoort bij de familie van de Spinneruilen, meer specifiek bij de onderfamilie de beervlinders (wat duidt op de harige rupsen van deze soorten). De Phegavlinder is een nachtvlinder, die anders dan de naam doet vermoeden, overdag actief is.  Het verschil tussen dag en nachtvlinders is niet gebaseerd op de tijd dat zij actief zijn. Het voornaamste verschil is dat de dagvlinders dunne antennen met een verdikt uiteinde, vaak in de vorm van een knopje hebben en de antennevorm van de nachtvlinder  gevarieerd is van slanke antenne topjes tot gekamde of geveerde antennen.

Het leven van de Phegeavlinder

De vrouwelijke vlinders zetten eitjes af waar een zwarte harige rups uitkomt. Vanaf augustus tot aan mei leeft deze vlinder als rups, hij overwinterd in een spinselnest en in mei kruipt hij ondergrond om zich te verpoppen. De waardplant van deze soort zijn lage planten zoals de weegbree, zuring en paardebloem.

Vanaf eind mei tot aan half augustus kun je hem als vlinder bewonderen.  Er is maar een generatie Phegeavlinders per jaar. De vlinder is overdag druk met het bezoeken van bloemen

Waar vind je de Phegeavlinder

De vlinder houd van bloemrijke gebieden, zoals grasland, bosranden of open plekken en paden in het bos, met een lichte voorkeur voor verwelkte planten, ook in droge dennenbossen en oude steengroeven gedijt hij goed. De eitjes worden afgezet op de waardplanten waaronder veel kruidachtige planten, zoals dovenetel, zuring, weegbree, walstro en paardenbloem.

In de rood omcirkelde gebieden zag ik persoonlijk deze vlinders en de rupsen al enkele jaren op een rij.

Hij komt dan ook voor in Noord-Brabant  in de grensstreek met België, zoals op De Plateaux-Hageven, maar ook in de gebieden van de Beekloop bij Bergeijk, het Leenderbos bij Leende, op de Strabrechtse Heide bij Heeze en in de bossen van Someren en bij Bergen op Zoom.Ook in noord en midden Limburg zoals op de Meinweg, het Swalmdal en het Leudal kun je hem tegen komen.

De vlinder is geen bedreigde soort en komt vrij algemeen voor in Zuid- en Centraal-Europa, Klein-Azië en de Kaukasus Ook in België in het noorden en midden van het land is hij vaker te zien.

Waarneming en eigen foto's: De Plateaux, Beekloop,  Liskes